De tekst op de achterflap beschrijft precies waar het boek over gaat:
‘De mens is een beest, zeiden de koningen. Een zondaar, zeiden de priesters. Een egoïst, zeiden de boekhouders. Al eeuwen is de westerse cultuur doordrongen van het geloof in de verdorvenheid van de mens.
Maar wat als we het al die tijd mis hadden?
In dit boek verweeft Rutger Bregman de jongste inzichten uit de psychologie, de economie, de biologie en de archeologie. Hij neemt ons mee op een reis door de geschiedenis en geeft nieuwe antwoorden op oude vragen. Waarom veroverde juist onze soort de aarde? Hoe verklaren we onze grootste misdaden? En zijn we diep vanbinnen geneigd tot het kwade of het goede?
Adembenemend, weids en revolutionair – De meeste mensen deugen herschrijft niet alleen de geschiedenis, maar werpt ook nieuw licht op onze toekomst.’
Wat mij, naast de inhoud van het boek, bezighoud is de vraag hoe het toch kan dat sommige onderzoeken zo wijdverspreid worden aangehangen, terwijl ondertussen het tegendeel al lang is bewezen. Hoe kan het dat latere onderzoeken die het tegendeel bewijzen zo weinig gehoor vinden? Vinden we die resultaten niet interessant, niet aantrekkelijk? Of vinden we het zo moeilijk om te accepteren dat iets misschien toch heel anders is dan we lang hebben gedacht? Of voelen we dat als een persoonlijk falen? Dit zou ook nog eens een onderzoek waard zijn.