Michael West van de Lancaster University opende de conferentie met een keynote speech over zijn twaalf jaar durend onderzoek naar de kwaliteit van de zorg in Engeland. Eén van zijn conclusies is dat de kwaliteit van zorg toeneemt wanneer er sprake is van ‘real teams’. Dit zijn voor hem teams van beperkte omvang, met een helder gemeenschappelijk doel, die nauw met elkaar moeten samenwerken om dat doel te realiseren en tot slot de realisatie van hun doel en samenwerking regelmatig evalueren. Uit zijn onderzoek blijkt dat meer dan 90% van de medewerkers in de zorg in teams werkt, maar slechts 40% daarvan in een ‘real team’ werkt, zoals hij dat omschrijft. Wat heel interessant is dat West een significante relatie heeft aangetoond tussen teamwerk en sterftecijfers van patiënten. Het blijkt dat bij een toename van 5% aan ‘real teams’ het sterftecijfer in de zorg met 3% afneemt. Dit mogen misschien kleine getallen lijken, maar wel met grote impact!
Een ander onderzoek dat ons aansprak was het werk van Petru Curşeu. Curşeu onderzoekt de externe en interne informatieverwerking van teams. Uit zijn onderzoek blijkt dat teamtaken significant beter worden uitgevoerd als teamleden actief externe informatie in het team inbrengen en benutten. Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen door een teamlid hiervoor verantwoordelijk te maken. Een belangrijk advies van Curşeu is dan ook om in teams altijd ook minstens één doel op te nemen dat gericht is op kennisuitwisseling met de omgeving.
Er werd ook een lantaarn-game gepresenteerd. Die is ontstaan vanuit onderzoek, maar je kunt deze ook als interventie in teams inzetten. In deze game produceren teams papieren lantaarns in verschillend vormgegeven werkprocessen. Bijvoorbeeld een gesegmenteerd werkproces of een werkproces waarin iedereen alle taken moet kunnen uitvoeren. De game komt voort uit onderzoek naar de inrichting van werkzaamheden. Wat er vervolgens uitkomt is dat het werkproces zelf niet het grootste verschil maakt, maar dat de teams die samen overleggen over een geschikte aanpak en werkverdeling een hogere productie realiseren.
Tot slot: ons onderzoek naar teams. Karin presenteerde een deel van haar onderzoeksbevindingen aan het internationale gezelschap. De presentatie ging over welk type leiderschap bevorderlijk is voor teamwerk, meer specifiek voor het creëren van teamontwikkelruimte. Het blijkt dat vooral coachend en gedeeld leiderschap bevorderlijk zijn. Wat velen aansprak in ons onderzoek is dat we het in de werkpraktijk van teams uitvoeren. De meeste onderzoeken naar teams vinden namelijk plaats in het ‘laboratorium’ setting en veelal met studenten als populatie. Kritische vragen, die ons verder helpen, werden er natuurlijk ook gesteld, zoals: heb je met het geven van de teamontwikkelruimte kaarten eigenlijk niet automatisch al gezorgd dat die teams meer teamontwikkelruimte maken? Heb je daarmee nu eigenlijk het maken van teamontwikkelruimte of het delen van het leiderschap beïnvloed? In het wetenschappelijke artikel dat Karin hierover schrijft, en wat hopelijk volgend jaar wordt gepubliceerd, beantwoordt ze die vragen uiteraard.
Volgend jaar is de IWOT conferentie in Nederland. Het is altijd begin september. Voor iedereen die werk van teams maakt en geïnteresseerd is in onderzoeken naar teams bevelen we de conferentie van harte aan!